(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

De Hoge Raad, het hoogste rechtscollege van het land, weigert een zaak tegen de wietpas in behandeling te nemen maar geeft burgemeesters wel alle ruimte om toeristen toegang te blijven bieden tot coffeeshops. En intussen rekte de Amsterdamse Gerechtshof de toegelaten handelsvoorraad weer flink op in de zogeheten Superfly-zaak. Procederen in cannabiszaken blijft een soort van flipperkast, zo constateert onze juridische specialist Mr. Maurice Veldman na een bewogen week.

Juridische barometer

Terwijl het hele land op zijn achterste benen stond over een D66-wetsvoorstel in de Tweede Kamer om te beginnen met de teelt van gereguleerde teelt van cannabis voor coffeeshops (de parlementaire basis is vooralsnog wel heel wankel en zo’n wet moet ook nog door de Eerste Kamer, dus juichen is nu nog wel heel prematuur), ging de juridische barometer afgelopen week flink op en neer wat cannabis betreft.

Het wietpasproces liep onverwacht averij op. Het goede nieuws kwam van het Amsterdamse gerechtshof in de Superfly-zaak. Nog meer goed nieuws kwam van de Hoge Raad, dat een opzienbarende uitspraak deed over het growshopverbod waarmee het OM in grote verlegenheid is gebracht.

Hoge Raad weigert wietpasproces 

Jaren is er geprocedeerd over de vraag of niet-ingezetenen mogen worden geweerd uit coffeeshops. Geheel onverwacht deed de Hoge Raad vorige week bij vervroeging uitspraak. Zonder verdere opgaaf van redenen werd de cassatie verworpen. Hoe kon dit gebeuren?

De Hoge Raad volgt het standpunt van de Advocaat-Generaal (AG). Dat luidde dat vooral grote coffeeshops een aanzuigende werking hebben op drugstoerisme en criminaliteit. Dit laatste omdat de achterdeur illegaal is. Nederland is verdragsrechtelijk verplicht zich in te spannen om de uitvoer van drugs en drugshandel in het algemeen te bestrijden.

Overlast niet vereist

shutterstock_150103781

[foto: VanderWolf Images / Shutterstock.com]

De AG verwijst naar de Maastrichtse zaak en weigert onderscheid te maken tussen gemeenten zonder overlast door drugstoerisme en de situatie in Maastricht vijf jaar geleden. De Staat betoogde dat in gemeenten zonder ernstige overlast grote coffeeshops kleiner moeten worden door het ingezetenencriterium omdat grote coffeeshops een aanzuigende werking op toeristen hebben. Nederland is internationaal verplicht alles in het werk te stellen om drugshandel te bestrijden. Met deze broze redenering omarmde de Hoge Raad dus de wietpas.

Grondrechten onbesproken

De Hoge Raad laat zich niet uit over de Europese jurisprudentie en grondrechten. Als de eisende procespartij een andere was geweest dan coffeeshophouders dan had de Hoge Raad deze wisseling van standpunten zeker met een gemotiveerd oordeel beslecht. Het is dus ook in de civiele kamer van de Hoge Raad zo dat coffeeshophouders niets te zeggen hebben. De politieke onverdraagzaamheid als het over coffeeshops gaat heeft zich nu dus ook al meester gemaakt van de Hoge Raad.

Daarmee is de zoveelste maatregel tegen de cannabisindustrie verworden tot een dode letter. Althans in gemeenten waar geen sprake is van ontoelaatbaar drugstoerisme, zeg maar in zo goed als heel Nederland

En zo zijn met creatief redeneren juridisch gezien zowel het besloten club als het ingezetenencriterium als toelaatbare middelen tegen grote coffeeshops inzetbaar. Dat het besloten club-criterium is afgeschaft vanwege ongewenste effecten maakt niet dat dit onrechtmatig is.

Winst: geen verplichting tot handhaving 

De belangrijkste vraag is of de minister van V&J burgemeesters kan verplichten deze maatregelen ook daadwerkelijk in te zetten. Zowel de Advocaat-Generaal als het gerechtshof wijst erop dat burgemeesters zelf bepalen of ze niet-ingezetenen uit coffeeshops weren of niet. Paardenmiddelen als het B en I-criterium zijn mede geoorloofd omdat de burgemeester (en niet de Minister van V&J) bepaalt of hij hiervan gebruik wil maken. De Hoge Raad liet dit oordeel in stand en dat is flinke winst voor alle coffeeshopexploitanten en burgemeesters.

Toeristen blijven welkom

Want gebleken is dat bijna geen burgemeester in Nederland er zelfs maar over peinst om toeristen te weren en dat staat hem na deze procedure volledig vrij. Zo heeft deze zaak in de praktijk dan toch flinke winst opgeleverd: het lokale gezag zal geen ingezetenencriterium invoeren. Daarmee is de zoveelste maatregel tegen de cannabisindustrie verworden tot een dode letter. Althans in gemeenten waar geen sprake is van ontoelaatbaar drugstoerisme, zeg maar in zo goed als heel Nederland. Met deze uitspraak belandt de zoveelste poging om coffeeshops het leven zuur te maken in het rariteitenkabinet van de nalatenschap van minister Opstelten. Hoewel het juridisch beschouwd allemaal meer dan dubieus is, zal er in de praktijk niets veranderen.

Superfly – 105 kilo cannabis en 5.500 joints

shutterstock_135959468

WIet zoals ie via de coffeeshops bij de consument komt, maar voor het zover is… [foto: Doug Shutter/Shutterstock]

Het Amsterdamse gerechtshof deed vorige week uitspraak in de Superfly-zaak. De voormalige exploitant moest zich verantwoorden voor een stash van 105 kilo cannabis en 5.500 joints. De rechtbank gaf hem een rechterlijk pardon. Het OM, dat maar niet aan deze vaste rechtspraak wil wennen, was in beroep gegaan en kreeg nu weer de deksel op de neus.

Het mooie aan deze uitspraak is dat het hof aan het Openbaar Ministerie had gevraagd welke voorraadomvang past bij een normale bedrijfsvoering van een coffeeshop. De Advocaat-Generaal kwam met een memo van de officier van justitie op de proppen waarin op klassieke wijze om de hete brij heen wordt gedraaid. Daar konden geen exacte mededelingen over worden gedaan. Wel trapte justitie een open deur in door op te merken dat de voorraad in relatie staat tot de omzet, maar dat wisten we al lang.

Nietszeggend antwoord

Het hof was snel klaar met dit nietszeggende antwoord en verklaarde de verdachte schuldig zonder straf op te leggen. Het mooie is dat het hof opmerkt dat niet duidelijk is ‘hoeveel keer de maandvoorraad’ redelijk is en valt ‘binnen de normale bedrijfsvoering’. We hebben het inmiddels al over een voorraad van meerdere maanden verkoophoeveelheid als stash. Een prachtige uitspraak dus, op naar de volgende.

Victorie bij Hoge Raad over growshopverbod

Vorige week deed de Hoge Raad een opbeurende uitspraak over het growshopverbod. De officier van justitie was in cassatie gegaan tegen een bevel tot teruggave van de rechtbank Breda in een zaak tegen een voormalig growshophouder die op 2 maart 2015 een bataljon politie zijn gesloten bedrijf zag binnenstormen. Hij had de luiken gesloten, zijn website offline gezet en dat allemaal in afwachting van wat er komen zou gaan vanaf zondag 1 maart 2015, de dag dat het growshopverbod in werking trad.

Deze exploitant was een paar keer bij me op bezoek geweest om te weten wat hem te wachten stond vanaf 1 maart. Als een goed ondernemer betaamt was hij op zijn hoede om de wet niet te overtreden. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Toch kwam de politie als eerste bij hem langs en nam voor een klein vermogen aan spullen bestemd voor hennepteelt in beslag. Deze spullen kunnen qua arsenaal uiteraard ook voor de grootschalige hennepteelt worden gebruikt. Dat was tot 30 uur voor de inbeslagname volledig legaal.

Deze drogreden gebruikt justitie altijd en komt erop neer dat als Albert Heijn 100 taartvormen in de schappen heeft liggen terwijl de klant maar 5 taartjes mag bakken AH automatisch strafbaar is

shutterstock_346936853

Het is een wankel beleid dat huidige Nederlandse cannabis gedoogbeleid [foto: Doug Shutter/Shutterstock]

Justitie en politie verkeren in de veronderstelling dat wie maar genoeg lampen en afzuigers in voorraad heeft  automatisch de grootschalige teelt bedient. Deze drogreden gebruikt justitie altijd en komt erop neer dat als Albert Heijn 100 taartvormen in de schappen heeft liggen terwijl de klant maar 5 taartjes mag bakken AH automatisch strafbaar is. Er is maar weinig logica voor nodig om deze onzin te ontkrachten. Toch hoor ik dit regelmatig in rechtszalen en richt justitie met deze onzinnige redenering enorme schade aan bij burgers die er juist op uit zijn de wet niet te overtreden.

Dreun van jewelste

Dit lot trof  mijn cliënt als allereerste, hoewel hij duidelijk geen ‘criminele intentie’ had om het growshopverbod te overtreden, dat amper 24 uur oud was. Hij wilde dat juist niet en daarom had de rechtbank Brabant bevolen dat hij zijn spullen terug moest krijgen. Het OM ging in cassatie en kreeg van de Hoge Raad een dreun van jewelste.

Normaliter oordeelt de Hoge Raad dat een rechter niet in de schuldvraag mag treden in beklagzaken over inbeslaggenomen voorwerpen, en vernietigt uitspraken als dat wel gebeurt.  Maar dit keer adviseert de Advocaat-Generaal iets waarmee het OM in grote verlegenheid wordt gebracht.

De AG betoogde bij de Hoge Raad dat growshophouders die voor 1 maart 2015 spullen verkochten aan grote henneptelers niet automatisch strafbaar zijn na inwerkingtreding van het growshopverbod. We hebben immers zoiets als het beginsel dat je onschuldig bent totdat de rechter je schuldig oordeelt.

OM krijgt veeg uit de pan

Omstandigheden en gedragingen na 1 maart 2015 zijn bepalend voor de vraag of je strafbaar bent. De AG wees fijntjes op het feit dat de officier van justitie zijn huiswerk niet had gemaakt en geen enkel onderzoek had gedaan naar de vraag of mijn cliënt zich überhaupt schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit. Hij concludeert dat sprake is van een ‘totaal gebrek aan bewijs’. De Hoge Raad liet de visie van de AG in stand.

Het komt zelden voor dat justitie op dit niveau zo’n veeg uit de pan krijgt. Overigens volkomen terecht, ik had dit allemaal aangekaart in de rechtbank.

Schadeclaim tegen de Staat

Onlangs vroeg ik een verklaring aan waarmee de zaak geëindigd is. De officier van justitie voerde aan dat daar geen sprake van kon zijn omdat hij zeker tot vervolging over wil gaan. Ik vermoed dat die lust hem inmiddels geheel is ontgaan. Dan kan de zoveelste schadeclaim tegen de Staat worden voorbereid. Die zal niet mis zijn, dat is zeker.

[openingsfoto: CHOATphotographer/Shutterstock]
(advertentie)