(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Doorgaans is de evolutie best effectief; slechte mutaties sterven uit en goede veranderingen overleven in het nageslacht. Alleen wanneer de mens zich ermee gaat bemoeien gaat het echter minder goed en worden zulke freaks of nature soms doorgekweekt. Ook wietplanten kennen de nodige genetische mutaties, en dat levert een interessante cannabis freakshow op.

Nog lang niet alles over het DNA van cannabisplanten is bekend, wat we wel weten is dat wanneer er veranderingen optreden in de chromosomen, er mutaties kunnen ontstaan. Van sommige veranderingen in de chromosomen weten we ook welke mutaties erop volgen. Hoewel de meeste mutaties vrij snel uitsterven, zijn er sommige die de evolutie overleefd hebben en af en toe in de kweekruimte opduiken.

Er bestaat geen Nederlands woord voor aneuploidy, maar het is een verschijnsel dat zich voordoet wanneer er iets mis gaat bij de kerndeling van de chromatiden. Hierdoor krijgt een organisme een oneven aantal chromosomen, het ene zaadje heeft een chromosoom te weinig terwijl een andere er een teveel krijgt. Je krijgt een aneuploid wanneer je een gewone wietplant kruist met een andere aneuploid, het kan serieuze problemen veroorzaken bij het nageslacht maar het kan ook gebeuren dat je het niet eens opmerkt.

Gespleten bladeren

Een mutatie die bij cannabisplanten vrij vaak voorkomt is het splijten van de bladeren. Een blad begint met een schijnbare normale ontwikkeling maar kan plots in tweeën splitsen. Het ziet er dan een beetje uit alsof er een blad uit een blad groeit. Aan de onderkant van het blad kun je goed zien waar het gespleten is. De mutatie komt vrij vaak voor bij skunksoorten en wietplanten die stammen uit gebieden rond de evenaar.

Drie vertakkingen per node

Drie vertakkingen in plaats van twee, het komt het vaakst voor bij Zuid Amerikaanse sativa’s en heet trilaterale vertakkingen. In plaats van twee takken per node, verschijnen er drie. De derde vertakking kan vlak naast een van de twee andere zijscheuten groeien of de drie takken kunnen gelijk verdeeld zijn, op 120 graden rond de stam. Deze mutatie is een gewilde, want meer takken betekent meer toppen.

Zelftoppende planten

Het klinkt een beetje als een goede eigenschap vergelijkbaar met autoflowers, maar zelftoppende planten zijn een regelrechte mutatie. Het komt niet heel vaak voor en manifesteert zich doorgaans laag aan de plant. Zonder tussenkomst van de kweker splijt de stam en groeien er ineens twee takken in plaats van een.

Tweelingen

Tweelingen komen ook voor onder wietplanten, misschien heb je het zelf weleens gezien. Soms komen er uit een wietzaadje niet een, maar twee zaailingen. Deze zaailingen zijn niet Siamees en delen geen wortelstelsel met elkaar. Wel is het zo dat er vaak slechts een van de twee zaailingen overleeft.

Verbogen bladeren

Een mutatie die ook vaak voorkomt en niet heel veel kwaad kan is het verbuigen van de bladeren. In plaats van omhoog of omlaag, krullen de bladvingers naar links of naar rechts. De verbuigingen kunnen ook optreden op de stammen waar ze vaak beschadigingen achterlaten die eruit zien als een soort blaren op de stam.

Poliploïde

Wanneer je een tetraploïde plantensoort (met dubbele chromosomensets) kruist met een normale diploïde plant (met één chromosomenset) dan wordt het nageslacht triploïde. Deze krijgt een dubbele chromosomenset van de tetraploïde ouder en een enkel chromosoom van de normale ouder. En omdat twee plus één drie is ontstaat dus een plant met een oneven aantal chromosomen. Poliploïde planten hebben driedubbel dikke toppen en zien er indrukwekkend uit, maar kunnen zich helaas niet voortplanten.

Toppen op bladeren

Toppen op bladeren, dat zouden ze eens moeten veredelen want wie wil nu geen wietplant die overal toppen aanmaakt. Het ziet er mooi uit en de extra buds zijn ook nog eens gewoon te roken. Vooral soorten uit Nepal en de Himalaya schijnen dit soort extra blad-topjes aan te maken.

[Openingsfoto: Vlue, Per Bengtsson, Shutterstock.com]
(advertentie)