(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Het moment van oogsten, het droogproces en het curen bepaalt voor 50% de uiteindelijke kwaliteit van cannabis. Terpenen zijn smaakstoffen en die wil je zoveel mogelijk behouden. Tegelijkertijd moet het vocht (en achtergebleven chlorofyl) eruit om een zo lekker mogelijk eindproduct te krijgen.

Knippen

o-1Voorkom bij het knippen zoveel mogelijk dat je met je vingers de toppen aanraakt, daardoor gaat de potentie van je wiet namelijk achteruit. Knip per tak en houd de tak dus bij de stam vast. Begin met het wegknippen van de schutbladeren waar niet of nauwelijks trichomen (harskristallen) op zitten. Een kleine scherpe schaar is daarbij het gemakkelijkst.

Als de grote schutbladeren van de top afgeknipt zijn, ga je door met de kleinere blaadjes waar wel trichomen op zitten. Gooi deze blaadjes niet weg, want je kunt er nog van alles mee zoals hasj of wietolie van maken of laat ze drogen en verdamp ze in een vaporizer. Een groot dienblad is handig om deze blaadjes in op te vangen.

Drogen

o-2Het drogen is ook erg belangrijk en moet niet te snel gebeuren. Ga het proces zeker niet versnellen in de oven of door kachels en ventilators te gebruiken. Het duurt gemiddeld een dag of tien voor je toppen droog genoeg zijn om te curen, maar dikke toppen hebben vaak nog wat meer tijd nodig – een extra dag of vier – om goed droog te worden.

Hang de geknipte takken ondersteboven te drogen in het donker. Gebruik bij het drogen geen ventilator maar zorg er bij voorkeur wel voor dat de lucht wordt ververst. Een donkere kweekruimte met de afzuiger (op halve kracht) ingeschakeld is ideaal en je koolstoffilter voorkomt dan ook meteen stankoverlast tijdens het drogen.

Om te testen of je wiet droog genoeg is buig je een tak in een hoek van 90 graden. Pas als hij daarbij met een duidelijk hoorbare ‘knak!’ breekt is de wiet droog genoeg om te curen.

Meer over curen in het slot van deze korte zomercursus

 

(advertentie)