(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Het moet toch niet gekker worden. In Suriname, voormalig kolonie van Nederland, klinkt een sterke roep om legalisering van cannabis! De deken van de Orde van Advocaten, Harish Monorath, pleit hiervoor in een interview met De Ware Tijd.

Suriname ligt in Zuid-Amerika en dat is nou precies waar de cannabisrevolutie begonnen is: Uruguay is sinds kort namelijk het eerste land op aarde waar de gehele wietketen – van kweken tot roken – gelegaliseerd is. Ook andere Amerikaanse landen hebben het ondertussen wel gehad met de War on Drugs (Mexico, Jamaica, Bermuda, Bahama’s, Guetemala, et cetera), en waarom zou Suriname dan achterblijven?

surinameWiet onderdeel van de samenleving

Niet dus, als het aan Harish Monorath, deken van de Orde van Advocaten in Suriname ligt. Hij vindt dat het gebruik van wiet gelegaliseerd moet worden, en hij heeft daar ook nogal originele argumenten voor. “Marihuanagebruik is populair onder mensen die fysieke arbeid doen, zoals de bouwsector.” De topadvocaat weet dat 40 procent van de mensen op de arbeidsmarkt marihuana gebruikt en noemt cannabis dan ook een bijna niet weg te denken onderdeel van de samenleving. Hij pleit voor meer onderzoek naar softdrugs, maar het is volgens de deken een kwestie van tijd voordat het gelegaliseerd wordt. Monorath stelt tegenover de krant dat overtreders in praktijk al mild worden aangepakt door het Openbaar Ministerie. “Je merkt dat mensen die opgepakt zijn wegens gebruik van het spul binnen een paar dagen in opdracht van het OM in vrijheid worden gesteld.”

Of toch braaf naar de VN luisteren?

Schitterende man, maar wellicht dat Harish Monorath op dit moment nog iets te ver voor de troepen uit loopt met zijn roep om legalisering. Dat maken we althans op uit de reactie van Chadrikpersad Santhoki, voormalig hoofd van de Inter-American Drug Abuse Control Commission. Die ziet een legalisering a la Uruguay niet zitten en pleit voor een meer gebalanceerde aanpak in Suriname: “Een versterkte aanpak met goede internationale samenwerking. Het beleid van de Verenigde Naties moet gehanteerd worden. De aanpak moet integraal, structureel en wetenschappelijk zijn, en niet emotioneel.”

(advertentie)