(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Niets is vervelender dan er halverwege een kweek achter te komen dat je een tent vol met hermafrodiete wietplanten hebt staan. Of zelfs één hermafrodiete plant, want die kan je hele oogst verpesten. Maar wat is een hermafrodiete wietplant eigenlijk? En is het te voorkomen dat je zulke exemplaren kweekt?

Cannabis is in principe een zogenaamde tweehuizige of tweeslachtige plantensoort. Dat betekent eigenlijk niets anders dan dat de mannelijke bloemen en de vrouwelijke bloemen aan verschillende planten zitten. Het stuifmeel van de mannelijke planten komt via de lucht op de vrouwelijke planten waarna er in de vrouwelijke bloemen zaden gevormd worden. Dat is althans de normale gang van zaken bij de bevruchting van wietplanten.

Wanneer we binnen wiet kweken willen we die het liefste onbevrucht laten. Wanneer wietplanten namelijk eenmaal bevrucht zijn, zullen ze stoppen met het aanmaken van bloemen, en zich volop storten op het aanmaken van zaad. Een bevruchte wietplant is daarom minder potent en levert minder wiet op als een onbevruchte wietplant. De Spaanse term sensi milla staat voor goede (sterke, potente) wiet en betekent letterlijk ‘zonder zaad’.

Banaantjes

Eenhuizige, of eenslachtige planten komen in sommige gevallen echter ook bij cannabisplanten voor: mannelijke en vrouwelijke bloemen aan één enkele plant dus. Dit is een evolutionaire overlevingsstrategie waardoor wietplanten zich in geval van nood toch kunnen voortplanten, ook wanneer er geen mannelijke exemplaren in de buurt zijn. Er zijn echter twee oorzaken waardoor een vrouwelijke wietplant mannelijke bloemen aanmaakt. In sommige gevallen veroorzaakt stress ervoor dat een wietplant hermafrodiet wordt, en in andere gevallen hebben wietplanten er een genetische aanleg voor.

Een mannelijke stamper aka ‘banaantje’ in een wiettop.

Veel wietsoorten zijn genetisch gezien geen hermafrodieten, maar maken aan het einde van de bloeifase toch een paar mannelijke stampers aan. Dit zijn geen volledige mannelijke bloemen, maar enkel een paar stampers. Deze zien eruit als kleine banaantjes die meestal uit oogstrijpe toppen prikken. Omdat de vrouwelijke plant aan alles merkt dat ze eigenlijk klaar is met haar leven, maar ondertussen nog steeds haar levensdoel (voortplanten) niet heeft volbracht, gaat ze uit nood zichzelf maar bevruchten.

Over wietplanten die aan het einde van hun bloeifase een paar banaantjes aanmaken, hoef je je als kweker eigenlijk niet zoveel zorgen te maken. De banaantjes zijn er meestal maar een paar en komen eigenlijk te laat voor de plant om echt zaad te vormen. De bloeifase is op het moment dat je de banaantjes ziet al zo goed als voorbij en je kunt simpelweg oogsten en roken. Maak na een ronde met banaantjes je kweekruimte wel goed schoon, want de banaantjes van de ene ronde kunnen de toppen van een volgende nog wel bevruchten.

Hermafrodiet

Hoewel alle hermafrodiete wietplanten op enig moment door een vorm van stress zijn ontstaan, kan hermafroditisme ook een genetische aanleg zijn. Je kunt je wel voorstellen dat wanneer je hermafrodiete planten laat voortplanten, dat de volgende generatie dan meer hermafrodieten op zal leveren. Het feminiseren van wietzaden brengt ook een risico op hermafrodiete planten met zich mee, maar daarover straks meer.

Vanaf het begin van de bloeifase naast bloeiharen ook mannelijke knoppen, dan is je plant een hermafrodiet.

Wanneer een wietplant een genetische aanleg heeft om hermafrodiet te worden, dan blijft het niet bij een enkele ‘banaan’ aan het einde van de bloeifase. Een ‘echte’ hermafrodiet maakt vanaf het begin van de bloeifase mannelijke bloemen aan. Dit zijn niet alleen de stampers, maar echte knoppen zoals je ook bij mannelijke wietplanten ziet. Let dus altijd goed op wanneer je wietplanten aan hun bloeifase beginnen. Met hermafrodiete wietplanten kun je eigenlijk niets. De vrouwelijke bloemen zitten vol met niet rookbare mannelijke bloemen en wanneer de mannelijke knoppen openen, zal de hermafrodiet alle omringende vrouwelijke planten bevruchten en je ‘sensi milla’ verpesten. Zie je een hermafrodiet, verwijder hem (of haar) dan zo snel mogelijk.

Feminiseren

Om te begrijpen waarom hermafrodiete wietplanten vaak in verband worden gebracht met gefeminiseerde wietzaden, moet je weten hoe gefeminiseerde wietzaden gemaakt worden. In het kort gaat dat als volgt. Een vrouwelijke plant wordt door een kweker opzettelijk gestresst met een bepaalde stof. Dit kan gibberellinezuur zijn, maar er wordt ook wel zilverwater en andere stoffen gebruikt. De stress zorgt ervoor dat de vrouwelijke wietplant in een soort noodstand schiet en mannelijke bloemen gaat produceren.

Omdat de vrouwelijke wietplant alleen x-chromosomen (geslachtschromosomen) heeft en een mannelijke wietplant zowel x en y chromosomen, bepaalt het stuifmeel het geslacht van het zaadje. In een normale situatie heeft het zaadbeginsel een x-chromosoom van de moederplant gekregen, en ofwel een x, ofwel een y-chromosoom van de vaderplant. Maar wanneer het stuifmeel echter van een vrouwelijke plant afkomstig is, bevat dat altijd een x-chromosoom en nooit een y-chromosoom, om de simpele reden dat vrouwelijke wietplanten geen y-chromosomen hebben. Het zaad dat hieruit voortkomt heeft dus altijd twee x-chromosomen (één van het hermafrodiete stuifmeel, en één van de moederplant waarin het zaad groeit) en zal dus altijd vrouwelijk zijn.

Om gefeminiseerde wietzaden te maken worden vrouwelijke wietplanten opzettelijk hermafrodiet gemaakt.

Bij gefeminiseerd zaad is een van de ouders dus altijd een hermafrodiet. Maar omdat deze niet in aanleg hermafrodiet is, maar door een stofje hermafrodiet is gemaakt, heeft ze genetisch niet per se hermafroditisme in aanleg. De manier waarop zadenbedrijven hun planten selecteren en vrouwelijke planten stuifmeel laten maken, kan er echter wel voor zorgen dat er vaker hermafrodiete planten voorkomen bij gefeminiseerde wietzaden.

Voorkomen?

Het moge duidelijk zijn, 100% voorkomen kun je hermafrodiete wietplanten niet. Toch moet het gezegd; al is de kans op hermafrodieten met goed gefeminiseerd zaad bijna nihil, om hermafrodieten in je kweekruimte helemaal te voorkomen kun je het beste regulier zaad gebruiken of stekken maken van een reguliere vrouwelijke wietplant. Maak je er als hobbyist echter niet te druk over, als je minder dan het gedoogde aantal van vijf wietplanten kweekt, heb je die ene sporadische hermafrodiet er zo tussenuit gehaald.

(advertentie)