(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Een kweektent onderhouden voor moederplanten is leuk, maar niet iedereen heeft zoveel ruimte. Toch kun je ook zonder aparte kweektent in je eigen stekken voorzien, een kleine voorgroeiruimte is dan alles dat je nodig hebt. Zo maak je stekken zonder moederplant.

Om op deze manier stekken te maken, gebruik je je gewone af te bloeien planten als surrogaat moeders.
Iedere plant telt, en een teveel aan planten kan je in de problemen brengen. Een aparte kweektent of tweede groeiruimte met moederplanten onderhouden betekent dat je meer ruimte moet reserveren waar je ook nog eens 18 uur per dag licht moet laten branden, maar het kan ook anders…

Stekken zonder moeder

Gelukkig heb je niet per sé moederplanten nodig om mooie stekjes te kunnen maken. Je hebt wel een kleine extra kweekkast of tent nodig om je stekken in te laten wortelen en te laten voorgroeien onder 18 uur licht. Maar dit hoeft geen grote ruimte te zijn. Een kleine kweekkast zoals onze eigen RollingStoned G-Kit, een klein tentje of een door jezelf omgebouwd keukenkastje is voldoende.

Dieven voor stekken

Om op deze manier stekken te maken, gebruik je je gewone af te bloeien planten als surrogaat moeders. Je snijdt de stekken van de planten wanneer deze nog in de groeifase staan. Vlak voor je de bloeifase inluidt dus. Combineer het stekken met lollypoppen en kies de onderste takken om je stekken van te maken. Deze takjes zijn vaak nog mooi en fris groen en leveren bovendien toch niet veel wiet op. Sterker nog, de hoger gelegen toppen zullen meer energie krijgen, nu de onderste takjes verwijdert zijn.

dieven

Door dieven met stekken te combineren sla je twee vliegen in één klap.

Het maken van stekken kan voor beginnende kwekers wat intimiderend en moeilijk overkomen, maar is in feite vrij gemakkelijk. Het draait voornamelijk om de juiste temperatuur en de juiste luchtvochtigheid. Als je die twee factoren goed hebt, kan er niet veel misgaan. Zorg er ook voor dat je je stekblokje niet al te nat maakt, zeker in het begin wanneer je stek toch nog geen enkel worteltje heeft, doet een te nat stekblokje meer kwaad dan goed. Bevochtig je stekblokje en knijp hem daarna dus even uit voor je je stekje erin prikt.

Stekken maken

Probeer de temperatuur in je stekruimte tussen de 23 en 26 graden te houden en gebruik een propagator om de luchtvochtigheid hoog te houden. Gebruik zogezegd alleen jonge groene takjes, want oudere verhoutte takken zullen niet snel aanslaan. Snij je stek met een schoon en scherp mesje zoals een glaskrabbertje (verkrijgbaar bij doe het zelf winkels), schuin af onder een hoek van ongeveer 45 graden. Neem een takje van ongeveer 10 centimeter en snijd de stek een centimeter of 2, 3 onder een node (vertakking). Verwijder de onderste bladeren met je scheermesje om teveel verdamping van vocht te voorkomen.

Doop de onderkant van je stek tot ongeveer 3 centimeter in de stekkengel of maak het even nat, schud het overtollige water eraf en haal het vervolgens door je stekpoeder (verkrijgbaar bij alle tuincentra). Maak met een pen een gaatje in het stekblokje dat ruim genoeg is, en prik je stekje hier voorzichtig in, niet forceren! Laat de bovenste twee schutbladeren en het topje aan je stek zitten en knip eventueel de bladpuntjes van de schutbladeren als ze erg groot zijn. Dit voorkomt dat ze teveel vocht verliezen door verdamping.

T-Neon spaarlamp

Onder een of meer T-Neon lampen kunnen je stekken wortelen en langzaam groeien tot je ruimte hebt in je bloeitent.

Groei en bloei tegelijk

Zet je stekken in de propagator onder 18 uur licht en behandel deze als een couveuse. Je stekken zijn amputaties en hebben rust en hersteltijd nodig, het beste wat je kunt doen is ze met rust laten. Niet aanraken en niet steeds kijken of je al wortels ziet dus. Laat ze een dag of 10 met rust, maar zorg er wel voor dat de luchtvochtigheid en de temperatuur in de propagator goed is.

Als je stekken goed zijn aangeslagen mogen ze na een dag of 10 verpot worden, maar niet eerder dan dat ze genoeg wortels hebben. Zet ze ook niet meteen onder een krachtige HPS lamp maar laat ze eerst wat wennen. Moeten ze wel onder HPS licht, hang de lamp dan wat hoger dan normaal en zorg voor een geleidelijke overgang. Terwijl de planten in je bloeiruimte afbloeien, laat je de stekken lekker groeien in je kleine groeiruimte en wanneer de oogst binnen is, kun je weer nieuwe stekken nemen en meteen doorgaan met het afbloeien.

(advertentie)