(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Op hun laatste dag in de Japanse hoofdstad Tokio komen Def P en Fenske bekende landgenoten tegen en vergapen ze zich nog 1 keer aan de vele ‘vreemdsoortige dames’. In de flashback keert de rapper/schilder terug naar een historische en helse autotocht in de woestijn van Nevada 10 jaar geleden.

Zondag 13 juni – Tokio

Ik wordt schuddend wakker. Het voelt alsof Fenske zich nogal wild omdraait in bed. Ik draai me naar haar toe en zie tot mijn verassing dat ze stil ligt! Wat is dit? Een aardbeving? Ik doe meteen de TV aan en zoek een Engelstalig nieuwskanaal. En ja hoor! Er is net een lichte aardbeving in Tokio geweest. Gelukkig niets ernstigs. Ik voel nu ook geen trillingen meer. Even later wordt Fenske wakker van de TV en ik zet koffie voor haar. Ze heeft niets gemerkt.

Vreemdsoortige dames

2‘Vandaag gaan we naar Takeshita Dori’ zegt ze roerend met haar lepeltje. Dat is een soort winkelstraat aan de westkant van centraal Tokio. Hier komen veel Japanse jongeren op af die er nogal excentriek uitzien. Negen van de tien mensen komen er waarschijnlijk (net als wij) om te kijken, maar de overige tien procent is dan ook zeker de moeite waard om te bekijken. We zien vreemdsoortige dames in gothicjurken en babypakjes. Kleurrijke neopunkers, mangameisjes, maar ook jongens met de meest bizarre kapsels en make up. Twee meisjes hebben zelfs zo veel make up op, en zulke extreem hoge hakken aan dat het net lijkt of er twee porseleinen poppen op stelten voorbij komen. Daarbij dragen ze zwarte kanten jurkjes, jarretels, parasolletjes, alles er op en er aan. Heel bijzonder. Het stikt hier natuurlijk ook van de winkeltjes met allerlei freaky kleding, dus deze hele buurt is eigenlijk één grote freakshow. Echt geinig om hier een wandeling te maken.

Op de foto

3Vanaf deze buurt volgen we de Omotesande Dori. Ook wel de Japanse Champs Elysées genoemd. Eigenlijk is dit net een soort lange brede PC Hooftstraat met bijna alleen maar winkels van dure merken. Zo lopen we steeds meer naar het hart van de stad, richting Roppongi. Dat is een luxe wijk met mooie gebouwen. Op een zonnig buitenterras eten we een heerlijk vers visje. ‘Ik krijg hier eigenlijk alleen maar meer trek van!’ zeg ik hongerig. ‘Laten we weer een leuk sushirestaurant opzoeken’ zegt Fens. We vinden een leuk restaurant en lopen naar binnen. In de hoek zie ik een paar donkere dames zitten en dat valt meteen op in Tokio. We pakken een lege tafel vlak bij hen en ik vang een flard van hun gesprek op: ‘Jij wil het toch?’ hoorde ik duidelijk. ‘Vraag jij het dan!’ Ik kreeg het vermoeden dat ik herkend was en dat vermoeden werd snel bevestigd. Een paar vrolijke zwarte dames vragen of ik Def P ben en of ze met me op de foto mogen. Vreemd genoeg komen de dames mij ook wel bekend voor.

We proeven nog wat van de uitgaanssfeer van Tokio pakken de late trein naar ons hotel. Er moet nog even een koelkast worden leeggedronken

Ik ga bij ze staan en zie opeens dat Trijntje Oosterhuis de foto neemt. Het kwartje valt. Ik sta hier met een paar zangeressen van “Total Touch” te poseren. ‘Wat grappig om jullie hier tegen te komen’ zeg ik. ‘Wat doen jullie hier?’ ‘We gaan morgen in de Cotton Club spelen.’ ‘Komen jullie ook kijken?’ ‘Nou, dat lijkt ons erg leuk, maar dit is alweer onze laatste avond in Tokio.’ We zijn nu in Roppongi en hopen hier nog wat vertier te vinden. Volgens ons boekje kun je leuk uitgaan in Roppongi, maar Shibuya trekt ons toch meer. Daar zijn we de eerste dag al geweest, maar dan overdag. Nu willen we weten hoe het er ‘s avonds is. Nou, een hectische boel! Overal zitten of lopen ploegjes jongeren en het barst er van de levendigheid. We proeven nog wat van de uitgaanssfeer van Tokio pakken de late trein naar ons hotel. Er moet nog even een koelkast worden leeggedronken. Het is onze laatste avond in Japan en het begint alweer te regenen.

Onweer en woestijnen

Wat is dat toch steeds met dat weer op onze laatste dag? We worden achtervolgd door onweer. Ik heb het zelfs wel eens in Death Valley gehad, één van de droogste plekken op deze aardbol. Ik stapte uit de auto om even de benen  te strekken en het begon te spetteren. Precies op dat moment kwam ik een Nederlands gezin tegen. Over het weer meenemen gesproken. Ik hou van de Amerikaanse woestijnen. Ik begrijp waarom veel mensen woestijnen saai vinden, maar ik vind het tot de mooiste plekken ter wereld behoren. Die typisch Amerikaanse sfeer met die oude houten huisjes, Caddilac er voor, tuimelbosjes die voorbij komen waaien, cactussen, rotsen met de vreemdste uitgesleten vormen, schitterend! Een mooier decor voor een dwalende cowboy verzin je niet. Het scheelde trouwens weinig of ik was er zelf ook een keer verdwaald en nooit meer terug gekomen.

 

*** flashback ***  VERDWAALD IN DE WOESTIJN

shutterstock_187176233

Een fraaie Joshua tree in de Amerikaanse desert… [foto: holbox/Shutterstock]

In 2005 maakte ik weer een trip door Amerika. California om precies te zijn. Mijn nicht ging trouwen in de prachtige omgeving van Lake Tahoe op de grens van California en Nevada. Daarna ging ze tien dagen op huwelijksreis en mochten mijn vriendin en ik haar auto lenen. Gezien benzine daar zeer goedkoop is konden we voor een habbekrats de hele staat rondrijden. Zo zagen we steden, canyons, bossen, meren, stranden, bergen en vooral woestijnen. We zaten omstebeurt achter het stuur of lazen de routekaart. Toen ik kaart las tijdens een tocht door de Mojavewoestijn dacht ik op een gegeven moment dat ik het beter wist dan een bordje. Dat gaf namelijk aan dat het stadje waar we langs moesten rijden naar rechts was. Volgens mijn kaart was er geen weg naar rechts. En het leek mij dat je in de woestijn nooit al te ver kon omrijden. Even later stond er een waarschuwing langs de weg dat we een “rough road” tegemoet gingen van ongeveer 28 mijl. Dat leek ons best leuk, mooi en spannend allemaal. We dachten er alleen niet genoeg bij na hoe lang zo’n afstand eigenlijk is als je hooguit 10 mijl per uur kan rijden door allerlei kuilen en losse stenen.

Verdomde hobbelweg

Het werd een prachtige tocht. We zagen prachtige cactussen, joshuatrees, vogels, slangen, hagedissen, noem maar op. Voor wie goed kijkt heeft de woestijn veel meer te bieden dan zand en rotsen. Alleen er leek maar geen einde te komen aan die verdomde hobbelweg! De benzinemeter leek steeds harder omlaag te duiken en het werd steeds heter in de auto. Op een gegeven moment was de meter ver beneden een kwart tank en terugrijden was geen optie meer. We hadden geen idee hoever het volgende dorp was en we waren bang dat we letterlijk “in the middle of nowhere” stil kwamen te staan. Dan zouden we zo’n twintig mijl met onze watervoorraad door de woestijn moeten lopen voor hulp.

Mijn god wat was ik blij met dit teken van beschaving! We konden nu langs de spoorweg een normale verharde weg naar een stadje volgen en we wisten nu bijna zeker dat we het levend zouden halen

Dit was echt een hardcore afgelegen gebied. Er was nergens een teken van menselijk leven, zelfs geen geruststellend bordje langs de weg met plaatsnamen en afstanden. We hadden geen idee meer waar we precies waren, of waar deze weg naartoe ging. Laat staan hoe lang deze nog was. Alleen dat was al een reden om te zweten! We besloten dus toch maar om vooral door te rijden. Na een paar uur met bonzend hart door de wilde woestijn te hobbelen zagen we eindelijk wat palen aan de horizon. We gingen er meteen op af. Toen we dichterbij kwamen bleek het een spoorweg te zijn. Mijn god wat was ik blij met dit teken van beschaving! We konden nu langs de spoorweg een normale verharde weg naar een stadje volgen en we wisten nu bijna zeker dat we het levend zouden halen.

Heel vreemde droom

shutterstock_331293917

Door de Amerikaanse desert in een witte Landrover… [foto: Michel Piccaya / Shutterstock.com]

Toen gebeurde eigenlijk het gekste van dit hele verhaal. Ik had mijn vriendin die ochtend verteld dat ik ‘s nachts een hele vreemde en toch realistische droom had. We hadden allebei net een boek over dromen en uittredingen gelezen en we hadden hier veel over gepraat. Ik droomde die nacht dat ik met mijn nicht in een grote witte Landrover zat die achter op een rijdende trein stond. Een boze man zei dat we de trein af moesten rijden, het spoor op. ‘That way! Go that way!’ schreeuwde hij. Maar dat vonden we te gevaarlijk zolang de trein nog reed. Toen duwde hij ons er plotseling vanaf. Zo kwam de witte Landrover schokkend en stuiterend op de rails terecht. We hobbelden wild over de bielsen van de rails heen en toen schrok ik wakker. Net nu we in het echt over de grootste angst heen waren kwam er een enorme lange trein voorbij rijden. Toen deze na zo’n slordige vijf minuten pas helemaal voorbij was gedenderd zagen we achter deze trein een grote witte Landrover rijden. Over de rails! Ik zweer het je. Hij reed in de lengte over de rails. Een vreemde situatie die niet vaak voorkomt lijkt me. Want waarom zou iemand in een witte Landrover over een hobbelige rails gaan rijden?

Helemaal in combinatie met mijn verhaal en onze zenuwslopende tocht was dit erg vreemd. Als ik het van te voren niet zo specifiek verteld had, had ik vast gedacht dat het een soort gedachtekronkel of hersenspinsel was. In ieder geval wist ik nu welke kant ik moest oprijden. ‘That way!’ En ja, voortaan geloof ik de bordjes.

Volgende keer: Tokio – Vancouver + AFHANKELIJK VAN SPEEDBOOT

 

(advertentie)