(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Het middeleeuwse harnas waarin minister Opstelten zich hult met zijn cannabisbeleid, staat onder druk. Na burgemeesters en rechters, is het nu de Eerste Kamer die zich roert. Nadat de PvdA hem onlangs al liet vallen, roept nu ook de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie op tot serieus nadenken over een ander wietbeleid.

Met hun dringende oproep aan de halsstarrige minister verklaart de commissie zich min of meer solidair met Joint Regulation, het plan van inmiddels al 54 Nederlandse coffeeshopgemeenten om te gaan experimenteren met gereguleerde wietteelt. Paul Depla, de eerste burger van Heerlen, zei pas geleden nog dat ze in Limburg gewoon doorgaan met het voorbereiden van legale wietteelt, ondanks het njet van Ivo Opstelten. Daarmee moet straks 10.000 kilo ‘staatswiet’ (Depla’s woorden) gekweekt worden voor alle Limburgse coffeeshops.

Voorbeeld van een legale wietkwekerij in Amerika. Binnenkort ook in Nederland? Het begint er in de verte zowaar een beetje op te lijken...

Voorbeeld van een legale wietkwekerij in Amerika. Binnenkort ook in Nederland? Het begint er in de verte zowaar een beetje op te lijken…

Verzet 1e Kamer groeit

In de Tweede Kamer durft de PvdA – regeringspartner van Opsteltens VVD –  zich nog steeds niet openlijk tegen het beleid van de justitieminister (samen te vatten met: een keiharde War on Drugs) te keren, maar in de Eerste Kamer neemt het verzet dus duidelijk toe. En dat is misschien wel net zo belangrijk, want in die Kamer wordt beslist of de wetgeving van het kabinet door de beugel kan. Binnenkort wordt daar bijvoorbeeld gepraat over Opsteltens voorstel om alle handdelingen die met hennepteelt te maken hebben strafbaar te stellen, in de volksmond ‘de growshopwet’ genoemd.

‘Regering moet open oor hebben’

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie: “Een grote groep burgemeesters ziet met lede ogen aan dat steeds meer inwoners bij de productie van hennep worden betrokken en zo in de armen van criminele organisaties worden gedreven. Het pleidooi dat deze burgemeesters bij u hebben gehouden, heeft niet geleid tot een gewijzigd inzicht bij u. De commissie is van mening dat het bij behoorlijke bestuurlijke verhoudingen hoort dat de regering een open oor heeft voor de gemeenten in Nederland. Wij verzoeken u met klem de problematiek serieus te nemen.”

(advertentie)